Het kleine stadje Lone Pine bevind zich aan de rand van de woestijn en aan de hoogste berg van de aaneengesloten staten van de VS; Mount Whitney. Lone Pine ligt vrij centraal tussen Yosemite National Park en Death Valley National park en is daarom een prima uitvalsbasis. Ook in en om Lone Pine kun je verschillende activiteiten doen. Je kunt er bijvoorbeel een gevangenkamp uit de 2e wereld oorlog bezoeken, of de drooggevallen Owens Lake bekijken.
Lone Pine heeft zijn naam te danken aan een eenzame boom die aan de rand van de Lone Pine Canyon stond. Deze is er nu niet meer, want deze ging ten onder tijden een overstroming. In 1860 is dit stadje gesticht. Het heeft een echt woestijnklimaat, waarbij in de winter de temperatuur rond de 10 graden Celcius ligt en vriest en in de nacht licht. Maar in de zomers worden en temperaturen van 35 graden bereikt. De meeste neerslag valt in de winter, soms is dit ook sneeuw.
Mount Whitney is op de hoogste top 4,418 meter hoog. Zodra je daar bent bevind je je op het hoogste punt in de VS (buiten Alaska). Het is geen makkelijke klim, maar is zeker de moeite waard. Je gaat vanuit de woestijn omhoog langs veel wilde dieren, helderen meren en bergweiden. Je kunt gebruik maken van het wandelpad wat goed word onderhouden en een echte klim uitrusting is niet nodig.
Het gevangenenkamp uit de 2e wereld oorlog is de Manzanar National Historic Site, hier werden Japanse Amerikanen op gesloten. Er zijn hier bijvoorbeel reconstructies te zien van wachtposten en wachttorens.